De term ‘monoblok’ is een verzamelnaam voor zwembaden die in één stuk (prefab) worden geproduceerd en geplaatst. Maar onder die noemer schuilt een wereld van verschil. De kwaliteit, levensduur en prijs van uw zwembad hangen grotendeels af van het gebruikte materiaal.

Kiest u voor de onverwoestbaarheid van vinylester, de maatwerk-vrijheid van polypropyleen, of de strakke look van inox? In dit artikel vergelijken we de 5 meest voorkomende materialen op de markt.

Waarom kiezen voor een monoblok zwembad?

Voordat we in de materialen duiken, even de algemene voordelen op een rij ten opzichte van een klassiek betonnen bad:

• Snelheid: Installatie in enkele dagen in plaats van weken.

• Onderhoud: Gladde wanden betekenen minder algen en minder schrobben.

• Kwaliteit: Gecontroleerde productie in de fabriek, niet afhankelijk van weersomstandigheden op de werf.

1. Full Vinylester (De gouden standaard)

Vinylester is een hoogwaardige kunststof die onder andere in de scheepsbouw en luchtvaart wordt gebruikt.

• Wat is het? Een kuip opgebouwd uit meerdere lagen versterkt vinylesterhars. Bij LPW Pools wordt dit gecombineerd met een unieke honingraatstructuur van 15mm.

• Voordelen:

  • 100% Osmosevrij: In tegenstelling tot polyester is vinylester volledig waterdicht en immuun voor blaasvorming (osmose).

  • Zelfdragend: Dankzij de honingraatstructuur is de kuip extreem sterk en isolerend.

  • Levenslange garantie: Een zekerheid die u bij geen enkel ander materiaal krijgt.

• Nadeel: U bent gebonden aan vaste modellen en afmetingen (standaardmaten).

2. Polypropyleen (PPC – Maatwerk)

Polypropyleen zwembaden, zoals die van Flexline, worden gemaakt door platen van hoogwaardig kunststof (PPC) aan elkaar te lassen.

• Wat is het? Een in de fabriek gelaste kuip, opgebouwd uit massieve platen.

• Voordelen:

  • Vormvrijheid: Omdat er geen mal nodig is, kunt u de afmetingen en de trap volledig zelf bepalen.

  • Chemisch resistent: Ongevoelig voor osmose, zuren en chemicaliën.

  • Garantie: Tot 30 jaar op de constructie.

• Nadeel: Iets krasgevoeliger dan vinylester en er zijn lasnaden zichtbaar (hoewel deze zeer netjes zijn afgewerkt).

3. Polyester (De budgetoptie)

Polyester is het traditionele materiaal voor monoblokken. Het is goedkoper dan vinylester, maar kwalitatief minder hoogstaand.

• Het risico: Polyester is gevoelig voor hydrolyse. Na verloop van tijd neemt het materiaal water op, wat leidt tot osmose (blaasjes).

• Onderhoud: Om dit tegen te gaan, moet de toplaag (gelcoat) na verloop van tijd vaak vernieuwd worden.

• Advies: Let goed op. Veel fabrikanten noemen hun baden “composiet”, maar gebruiken goedkopere polyesterharsen in plaats van het superieure vinylester.

4. Keramisch (Marketing of meerwaarde?)

Sommige fabrikanten voegen keramische deeltjes toe aan hun polyesterlaag en noemen dit een “keramisch zwembad”.

• De realiteit: In de kern blijft dit vaak een polyester zwembad. De keramische laag voegt wel wat stijfheid toe, maar het biedt niet dezelfde osmose-garantie als een 100% vinylester of polypropyleen bad.

• Advies: Vraag altijd naar de samenstelling van de lagen. Is het volledig vinylester, of een mix?

5. Inox (Roestvrij Staal)

Inox zwembaden zijn populair in landen zoals Oostenrijk en winnen ook hier aan terrein voor wie houdt van een industriële look.

• Voordelen: Zeer strak, modern en hygiënisch. Kan op maat gemaakt worden.

• Nadelen:

  • Prijs: Vaak de duurste optie op de markt.

  • Krasgevoelig: Inox krast snel.

  • Lasnaden: Risico op lekken of corrosie bij de lasnaden als de waterbalans niet perfect is.

  • Mythe: Een inox bad warmt niet merkbaar sneller op dan een ander bad; de warmteoverdracht is verwaarloosbaar.

Samenvatting: Welk materiaal moet u kiezen?

Uw keuze hangt af van uw prioriteiten: